Dit artikel werd eerder gepubliceerd in game & simulatie-magazine Homo Ludens (25 november 2022) en op ScienceGuide (29 april 2022).


"Broodnodige nuance over het Arabisch-Israëlisch conflict, waarover wij gezamenlijk enige decennia lesgeven, dreigt te verdwijnen", schrijven Tim Goudriaan en Leonard Suransky. "Frappant genoeg lijken juist wetenschappers hierin het voortouw te nemen. Discussies over deze complexe materie lijken steeds meer te gaan over een voetbalwedstrijd waarbij men voor of tegen een partij is, uit of thuis."

Lange tijd was waardering voor complexiteit en begrip voor nuance de hoeksteen van academisch debat en onderzoek. Maar het lijkt wel alsof steeds meer academici (en studenten) een versimpeld ‘us versus them’-wereldbeeld aanhangen, en dit bovendien aan anderen willen opleggen. Het bredere ‘Arabisch-Israëlisch conflict’ tussen Israël en haar buurlanden kan naar onze mening echter niet gereduceerd worden tot enkel het ‘Israëlisch-Palestijns conflict’. Andersom geldt hetzelfde: het ‘Israëlisch-Palestijns conflict’ kan begrepen noch opgelost worden zonder begrip van het Arabisch-Israëlisch conflict waarvan het een onderdeel is. In weerwil van wat vele petities en activisten ook beweren, is nergens sprake van een binaire strijd tussen ‘Israël’ en ‘de Palestijnen’. Met vier verkiezingen in twee jaar tijd is Israël nou niet bepaald verenigd, en alleen al de politiek-historische spanningen tussen Fatah en Hamas maken steun voor ‘de Palestijnen’ als geheel inherent tegenstrijdig. 

Zulke nuance verraadt geen moreel standpunt; het is een feitelijke beschrijving. Was de situatie maar zo simpel. 


“Wij constateren dat activistische academici de oude vorm van onderwijs, onder het mom van solidariteit en rechtvaardigheid, in de ban willen doen”, schrijven Tim Goudriaan en Leonard Suransky.


De nieuwe moraal 

The key to the new morality,” betoogt NYU-professor Jonathan Haidt in 2017, “is a method of looking at society in terms of power and privilege.” De ‘oude vorm van onderwijs’, zegt hij, houdt in dat studenten allerlei perspectieven aanleren waarmee zij problemen kunnen analyseren. Neem bijvoorbeeld armoede; wat zou een econoom hierover zeggen, een antropoloog, of een socioloog? Maar sommige studenten leren volgens hem tegenwoordig één enkel perspectief aan om naar alles te kijken. Dit perspectief of wereldbeeld deelt iedereen in op basis van hun ras en geslacht, om daar vervolgens morele waarde aan te hangen: “privilege is bad and victimhood is good.” In dit ‘simpele framework’ en onder het mom van “social justice” zijn de Palestijnen steevast slachtoffers en zijn Joden of Israëliërs de onderdrukkers of daders. 

Deze ‘nieuwe moraal’ lijkt ook in Nederland dominant te worden; zie de vele petities, protesten en eisen de afgelopen jaren. UU-rector Henk Kummeling ziet ‘met lede ogen’ aan hoe een Amerikaanse cultuur van ‘safe spaces’ en censuur naar Nederland is gekomen, en spreekt zelfs van een ‘petitie-pandemie’. Deze dynamiek kwam halverwege maart weer naar voren toen de Universiteit Leiden medewerking weigerde aan een evenement genaamd “Apartheid, Racism & Intersectionality”. Dit leidde tot een petitie met eisen en beschuldigingen over en weer, tot protesten en publiekelijk moddergooien.  

Wij zijn absoluut geen voorstander van het afzeggen of ‘cancelen’ van evenementen, personen of organisaties. De snelheid en het gemak waarmee universiteiten de banden met Russische instituten verbraken vinden wij dan ook niet alleen verbazend – het is gezien de vele andere gewelddadige conflicten in de wereld ook nogal scheef. De organisatoren van de petities bekritiseren daarom ook de dubbele standaard van de universiteit. Hierin geven wij hen gelijk; als wij in hun schoenen zouden staan, zouden wij dezelfde argumenten aandragen. 

En toch. Wat opvalt is dat bij de recente petitie in Leiden veelal dezelfde academici betrokken zijn die in mei 2021 via petities opriepen tot het verbreken van banden met de staat Israël en tot het boycotten van haar universiteiten. Een deel van de ondertekenaars van de recente petitie was vorig jaar zelfs betrokken bij pogingen tot afschaffing van vakken zoals het onze. Oproepen om samenwerking met Israël te boycotten – vrijwel altijd gepaard gaand met lange, gedetailleerde, maar eenzijdige betogen – zijn sinds mei vorig jaar dan ook allesbehalve verstomd. Inmiddels liggen universiteiten overhoop met The Rights Forum omtrent een bekritiseerd WOB-verzoek dat inzicht vraagt in institutionele banden met ‘organisaties die steun voor de staat Israël propageren’. Hier begint de academisch-activistische schoen, onzes inziens, te wringen. 


Noch academisch, noch vrij 

We weten niet wat ons meer verbaasd: dat het voltallige Midden-Oostenstudies-team van de Universiteit Leiden herhaaldelijk aanjager lijkt van activistische en polariserende petities – of dat zoveel academici zonder aantoonbare expertise en uit totaal andere vakgebieden zich achter dergelijke boude uitspraken en eisen scharen. Wat blijft er over van de oude vorm van onderwijs als honderden wetenschappers steun voor Palestijnse rechten zien als ‘een integraal onderdeel van een breder proces van dekolonisatie’ en ‘een doel dat onderdeel is van ons onderwijs en onderzoek’? Bar weinig, vrezen wij.  

Natuurlijk hebben deze ontwikkelingen hun weerslag in het klaslokaal. Joodse studenten aan de Universiteit Leiden doen hun beklag over activistische en bevooroordeelde docenten. Eén docent doet op YouTube uit de doeken dat antizionisme een plicht is en zou tijdens een protest zingen over raketten die neerregenen op Tel Aviv. Dit leidde in december tot Kamervragen. In Maastricht spreken Joodse studenten van intimidatie en censuur door de universiteit, waarover in november Kamervragen werden gesteld. Een studente Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Amsterdam vertelt: “Die hele woke-ontwikkeling heeft het open debat beperkt. Mensen zijn gewoon bang om iets te zeggen, bang dat het respectloos overkomt.” Volgens haar zijn zij en haar medestudenten zich “zo bewust […] van onze positie dat we daardoor op een bepaalde manier onszelf beperkt voelen om iets te kunnen zeggen… Want wie zijn wij als Nederlanders om iets te kunnen zeggen over het Midden-Oosten?” 

Deze dynamiek kwam recent in Leiden ook weer naar voren. Organisaties als Human Rights Watch, Amnesty en B’Tselem beschuldigen Israël van apartheid. Deze analyse is interessant, relevant, en verdient zeker aandacht. Hij is echter niet nieuw. Het is ook niet bepaald de enige analyse die gesteld- of exclusieve conclusie die getrokken kan worden: daarvoor is de situatie te complex en de betrokken partijen te veelzijdig. Maar voor sommige student-organisatoren van de genoemde paneldiscussie in Leiden afgelopen maart is deze insteek reden om vooral niet naar één van twee vermeende zijden te luisteren. De “apartheidspolitiek” van Israël is volgens één van de organisatoren namelijk “niet een onderwerp dat je ter discussie kunt stellen en waar twee kanten aan zitten.” Zoals ze het zelf bondig formuleren: “We wíllen geen debat.” 


Simulaties als oplossing voor moralistische eenheidsworst 

De hierboven besproken spanningen zijn natuurlijk niet voorbehouden aan ons vakgebied. Wel lijkt ons vak een belangrijke signaleringsfunctie te hebben – een voorbode wellicht. Welke mogelijkheden voor vredevolle conflictoplossing blijven over als activistische academici aansturen op onbegrip en polarisering, studenten elkaar gaan controleren, en collega’s elkaar aanvallen in plaats van te steunen? Hoe is begrip voor de ander mogelijk als we ogenschijnlijk steeds verder uit elkaar staan? 

Ons antwoord: door situaties te simuleren en game based learning toe te passen. Omdat geopolitiek vaak abstract is, en langdurige conflicten als deze zowel pijnlijk als complex, gebruiken wij in ons vakgebied meerdaagse realistische simulaties waarbij studenten in de huid kruipen van spelers in het conflict. Deze simulaties spelen wij inmiddels jarenlang, wereldwijd, met duizenden studenten, docenten, diplomaten en militaire leiders uit alle lagen van de samenleving. Een ‘simulatie-in-een-vak’ is een fantastische, uitdagende en bijzonder effectieve wijze om op zowel intellectueel als sociaal-emotioneel niveau inzicht in- en zelfs begrip en waardering voor de ander te krijgen. En dankzij het spelelement hebben studenten er vaak nog plezier in ook. 

Dergelijke simulaties doen we vrijwel geheel ‘live’, dus zonder moeilijke techniek of software: van mens-tot-mens en soms zij-aan-zij dus samen. Studenten leren zo de noodzaak en zelfs meerwaarde van samenwerking met partijen die normaal het verst van hen afstaan. Door in een simulatie de ander – misschien zelfs ‘de vijand’ – te worden, lijkt een ander deel van ons brein geactiveerd te worden dan het deel waarmee we normaliter leren. Studenten maken vriendschappen tijdens onze simulaties, en herinneren zich vaak jaren later nog wie, wat, wanneer precies zei: en wat dat met hen (en daarmee dus de ander) deed. Een klein aantal studenten verlaat onze vakken met afkeer van politiek en de achterkant van internationale betrekkingen. Een groter deel blijft terugkomen bij ons en het Arabisch-Israëlische conflict en ontwikkelt een carrière rondom de regio, diplomatie, of simulaties. 

Na 17 jaar aan het University College Utrecht houdt ons vak en de bijbehorende simulatie ermee op. Simulaties als didactische methode lijken ook elders steeds schaarser te worden in het Nederlandse onderwijsbestel. Daarmee verliezen studenten deze mogelijkheid om tijdens hun studententijd al kennis te maken met complexe beslissingen in realistische, maar onzekere situaties – en onder tijdsdruk. Juist deze ervaringen en vaardigheden zijn van belang in een polariserende samenleving en steeds competitievere arbeidsmarkt. Juist deze aanpak helpt studenten voorbij simplificaties van het Arabisch-Israëlisch conflict, of welk conflict dan ook, te kijken. Met simulaties hebben universiteiten een bewezen effectieve tool en methode in huis om debat, samenwerking, en diversiteit aan perspectieven te bevorderen. Uitermate geschikt dus als oplossing voor toenemende censuur, dwang en wederzijds onbegrip. 


De keuze is aan u 

Ergo, wij constateren dat sommige activistische academici de oude vorm van onderwijs, onder het mom van solidariteit en rechtvaardigheid, steeds meer in de ban willen doen. Wij zijn uiteraard niet tegen rechtvaardigheid, activisme of verandering; maar het ingeslagen pad lijkt het tegenovergestelde te bereiken. We stevenen af op uniformiteit van denken, het verdwijnen van nuance en derhalve meer polarisatie en conflict. Begrip voor de daadwerkelijke ander wordt vervangen door blinde steun voor de fictieve één.  

Noch ‘de’ Palestijnen, noch studenten, noch enige hoop op een vreedzame oplossing zijn gebaat bij deze ontwikkeling. Toch lijken vakken en simulaties zoals de onze – met ruimte voor een veelvoud aan perspectieven op het Arabisch-Israëlisch conflict – het onderspit te delven te midden van petities, (diversiteits)eisen en de nieuwe moraal. De schadelijke gevolgen van de activistische identiteitspolitiek van de afgelopen jaren beginnen zich te wreken.  

Met simulaties heeft het Nederlandse hoger onderwijs het tegengif voor onverdraagzaamheid, onbegrip en censuur in handen. Nu nog de moed, wil en openheid van geest om deze handschoen op te pakken. 




Mr. Tim Goudriaan is docent aan het University College Utrecht, en mede-oprichter van het Utrecht Institute for Crisis and Conflict Simulation (UICCS) .

Dr. Leonard Suransky is Emeritus Head van het International Relations Department, Webster University, Ghana, en mede-oprichter van de Pax Ludens Foundation.