Hoe schrijf je een goede inleiding en organisatiebeschrijving voor je scriptie?

De inleiding van je plan van aanpak of scriptie is één van de belangrijkste hoofdstukken in je onderzoek. Hierin introduceer je je onderzoek aan de lezer, en vertel je genoeg zodat de lezer weet waarom er wat gaat gebeuren - maar ook weer niet teveel waardoor de rode draad kwijt raakt. Het is dus een balanceeract die je moet uitvoeren, waarbij ik je kan helpen door je een vaste structuur en checklist aan te reiken.

Eigenlijk bestaat een inleidingshoofdstuk vrijwel altijd uit een vast aantal stappen op volgorde:

Zie ook:

Check altijd goed wat de vereisten zijn van jouw opleiding, deze kunnen afwijken. Zie ook:



Organisatiebeschrijving

Hieronder staat een opzet die je zo kunt overnemen, inclusief de gemiddelde lengte per onderdeel gemeten in alina's. Bij elk onderdeel heb ik vragen gezet waar je eigenlijk antwoord op geeft, en verdere vragen, tips & tricks om elk onderdeel gestructureerd uit te werken.

Lengte: 1-3 alinea's in inleiding. Eventueel een apart hoofdstuk of paragraaf, als dat wordt gevraagd

Welke concrete informatie over de organisatie is cruciaal voor de lezer om je onderzoek te begrijpen?

  • Algemene informatie:
  • Missie en visie van de organisatie
  • Type organisatie (bijvoorbeeld non-profit, for-profit of overheid)
  • Opgericht (jaar)
  • Grootte (aantal medewerkers/FTE, vestigingen, etc.)
  • Marktpositie (bijvoorbeeld marktleider, nichespeler, etc.)
  • Belangrijkste producten of diensten
  • Doelstellingen, missie en visie:
  • Duidelijke omschrijving van de doelstellingen van de organisatie
  • Missie, waarden en visie van de organisatie
  • Werkwijze en activiteiten:
  • Omschrijving van de belangrijkste activiteiten van de organisatie
  • Procesbeschrijving (bijvoorbeeld hoe producten worden ontwikkeld of diensten worden geleverd)
  • Onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling (indien van toepassing)
  • Organisatiestructuur:
  • Organigram van de organisatie, inclusief de belangrijkste afdelingen en posities
  • Beschrijving van de belangrijkste rollen en verantwoordelijkheden binnen de organisatie
  • Eventuele samenwerkingsverbanden met andere organisaties
  • Stakeholders:
  • Belangrijkste stakeholders van de organisatie (bijvoorbeeld klanten, medewerkers, aandeelhouders, overheid, etc.)
  • Beschrijving van hoe de organisatie met deze stakeholders omgaat en hun belangen behartigt
  • Eventuele certificeringen of accreditaties die de organisatie heeft behaald (bijvoorbeeld ISO-certificering)
  • Markt of sector:
  • Omschrijving van de markt of sector: Wat is het doel van de markt of sector? Welke producten of diensten worden aangeboden? Welke bedrijven opereren erbinnen?
  • Omvang van de markt of sector: Hoe groot is de markt of sector? Is het een groeiende of krimpende markt? Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen?
  • Concurrentie: Wie zijn de belangrijkste concurrenten van de organisatie? Wat zijn hun sterke en zwakke punten ten opzichte van de organisatie? Hoe zijn ze vergeleken met de organisatie wat betreft grootte, productaanbod, marktaandeel, etc.?
  • Regulering en wetgeving: Wat zijn de belangrijkste wetten en regels waar de organisatie mee te maken heeft? Hoe beïnvloeden deze de werking van de organisatie?

Andere onderdelen waaruit de inleiding van je plan van aanpak en scriptie bestaat zijn de achtergrond, aanleiding, doelstelling, hoofdvraag, deelvragen, afbakening en leeswijzer. In de Scriptie Starterskit voor hbo-studenten vind je uitgebreide uitleg met allerlei concrete voorbeelden voor elk onderdeel.


Voor hoofdvragen en allerlei hulpdocumenten en tools in andere vakgebieden, zie Stuvia:



Scriptiestructuur Starterpacks


Wil je liever in één keer een vliegende en volledige start maken met je plan van aanpak en scriptie? Dat kan! Bij Stuvia en Knoowy heb ik (met flinke korting) bundels/pakketten voor je klaargezet voor jouw specifieke vakgebied.



Achtergrond

2-3 alinea’s

In welke context vindt dit onderzoek plaats?

  • Welke trends/ontwikkelingen/gebeurtenissen zijn relevant voor dit onderzoek? Waarom?
  • Wat moet de lezer absoluut weten over de relevante markt/sector/context en de actoren daarin?
  • Schrijf getrechterd, zoals op basis van macro-meso-micro. Bijvoorbeeld: markt/sector-organisatie/bedrijf-afdeling/team.

Aanleiding

1-3 alinea’s

Welke omstandigheden hebben geleid tot dit onderzoek?

  • De aanleiding = redenen/argumenten voor jouw onderzoek
  • Het Hbo is praktischer en de universiteit is theoretischer, dus de aanleiding voor jouw onderzoek ook
  • Benoem: welke problemen zijn relevant voor dit onderzoek?
Doelstelling

1 zin, eventueel meerdere toegevoegde zinnen in max. 1 alina

Wat wil dit onderzoek bereiken?

  • De doelstelling moet altijd SMART zijn (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden)
  • Het gaat altijd om een doelstelling van jouw onderzoek. Soms wordt gevraagd dit aan te vullen met een doelstelling van een bedrijf, maar die twee zijn niet per sé hetzelfde.
  • Copy-paste: “De doelstelling van dit onderzoek is inzicht geven in …, teneinde [jouw organisatie of afdeling] aanbevelingen te doen waarmee zij … kan bereiken … op/per [datum].”

Hoofdvraag

Op welke vraag geeft dit onderzoek antwoord?

  • Niet 2 vragen in 1, dus niet vraag 1 ‘en’ vraag 2
  • Vraag je af: stel ik een onderzoeksvraag of adviesvraag?
  • Copy-paste: “Om bovenstaande te adresseren, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:”
Deelvragen

Welke kennis heb ik nodig om de hoofdvraag te beantwoorden?

  • Copy-paste dit: “Om de hoofdvraag te beantwoorden, zijn de volgende deelvragen geformuleerd:
  • 2 – 3 deelvragen is vaak voldoende, meer dan 6 is zeer ongebruikelijk
  • Theoretische, praktische en daarna adviserende (deel)vragen
Afbakening

Waar gaat dit onderzoek niet over?

1 alinea

  • Welke beperkingen heeft het onderzoek?

  • In 1 alinea vertel je waar je onderzoek precies (niet) over gaat:
  • Termen/definities (in ieder geval 2 à 3)
  • Tijd en ruimte (/locatie/plaats)
  • Onderzoeksgebied (bedrijfskunde of tandheelkunde)
  • Eventueel: methode (juist kwalitatief of kwantitatief)
Leeswijzer

Wat komt de lezer in de volgende hoofdstukken tegen?

1 alinea

De functie van een leeswijzer is een korte vooruitblik op de rest van de tekst. Het is een soort mini-inleiding op de rest van je onderzoek.

  • Schrijf 1 zin per hoofdstuk, of 2-3 als het echt moet.
  • Copy-paste: “In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader uitgewerkt. Vervolgens, in hoofdstuk 3, …” etc.