<<< Terug naar de Knowledge Base


Voor wie wilt afstuderen richting Bedrijfskunde, Commerciële Economie, Management of Marketing, kan niet om de volgende theorieën en modellen heen. Wil jij of je bedrijf weten hoe je marketing- en groeistrategieën kunt ontwikkelen en implementeren? Dan kunnen de volgende theorieën en modellen je helpen. Door deze te begrijpen en te gebruiken, kun je je afstudeeronderzoek afstemmen op de behoeften van je opdrachtgever en de criteria van je opleiding.

Download hier een handig overzicht (pdf) met uitgebreide video-uitleg per theorie en model door Pepijn Schoemaker.


  1. Het '6 stappenplan' (Strategische marketing planning) is een methode om de marketingstrategie van een bedrijf te bepalen. De stappen zijn: (1) het vaststellen van de doelstellingen, (2) het analyseren van de huidige situatie, (3) het opstellen van de marketingstrategie, (4) het opstellen van de marketingmix, (5) het implementeren van de marketingstrategie en (6) het evalueren van de resultaten. Deze methode kan helpen om de marketinginspanningen van een bedrijf te richten op het behalen van de doelstellingen en om te zorgen dat de marketinginspanningen effectief zijn.

  2. Abell's business definition is een model voor het bepalen van de markt waarbinnen een bedrijf opereert. Het model stelt dat een bedrijf zich moet richten op drie aspecten: (1) de kerncompetenties van het bedrijf, (2) de klanten van het bedrijf en (3) de producten of diensten die het bedrijf aanbiedt. Door deze aspecten te combineren kan een bedrijf bepalen welke markten het het beste kan bedienen en welke producten of diensten het aan welke klanten kan aanbieden.

  3. Groeistrategieën (Ansoff) zijn methoden om de groei van een bedrijf te bevorderen. Er zijn vier groeistrategieën die worden beschreven door Ansoff: (1) marktdiversificatie, (2) productdiversificatie, (3) marktpenetratie en (4) productontwikkeling. Elke groeistrategie heeft zijn eigen voor- en nadelen en is geschikt voor verschillende situaties.

  4. De Portfolio Analyse (BCG - Boston Consultancy Group) is een methode om de investeringen van een bedrijf in verschillende producten of markten te beoordelen. Het model maakt gebruik van twee assen: de marktgroei en het marktaandeel van een product of markt. Producten of markten die een hoog marktaandeel hebben in een snelgroeiende markt worden gezien als starke investeringen, terwijl producten of markten met een lager marktaandeel in een tragere markt worden gezien als zwakke investeringen.

  5. De MABA Portfolio Analyse is een variant op de Portfolio Analyse van BCG die is ontwikkeld door het Management Team van de Amsterdam School of Business. Het model maakt gebruik van dezelfde twee assen als het originele model (marktgroei en marktaandeel), maar voegt daaraan nog een derde as toe: de kosten van productie. Dit maakt het model geschikt voor bedrijven die naast het behalen van een hoog marktaandeel en het opereren in snelgroeiende markten ook rekening willen houden met de kosten van productie. Het model kan helpen om investeringen in producten of markten te beoordelen en om te bepalen welke producten of markten het meest winstgevend zijn.

  6. De Blue Ocean Marketing Strategie is een concept dat stelt dat bedrijven succesvoller kunnen zijn door nieuwe markten te creëren in plaats van te concurreren in bestaande markten. Het idee achter deze strategie is dat bedrijven beter af zijn als ze proberen om unieke producten of diensten aan te bieden die nog niet op de markt zijn, in plaats van te concurreren met bestaande producten of diensten. Door nieuwe markten te creëren kan een bedrijf een eigen positie bepalen en de concurrentie uit de weg gaan.

  7. Het 7S-Model (McKinsey) is een model dat gebruikt wordt om de interne en externe factoren te analyseren die van invloed zijn op de prestaties van een bedrijf. Het model bestaat uit zeven elementen: (1) strategie, (2) structuur, (3) systemen, (4) stijl, (5) vaardigheden, (6) waarden en (7) medewerkers. Door deze elementen te analyseren kan een bedrijf inzicht krijgen in de manier waarop het werkt en wat er nodig is om de prestaties te verbeteren.

  8. Het 5-Krachtenmodel (Porter) is een model dat gebruikt wordt om de concurrentie in een markt te analyseren. Het model stelt dat er vijf krachten zijn die van invloed zijn op de concurrentie: (1) de dreiging van nieuwe entranten, (2) de macht van klanten, (3) de macht van leveranciers, (4) de dreiging van substituten en (5) de concurrentie tussen bestaande spelers. Door deze krachten te analyseren kan een bedrijf bepalen hoe sterk de concurrentie is en hoe het zich daartegen kan verweren.

  9. Generieke concurrentiestrategieën (Porter) zijn methoden om de concurrentie in een markt aan te gaan. Er zijn drie generieke concurrentiestrategieën die door Porter worden beschreven: (1) kostenleiderschap, (2) differentiatie en (3) focus. Elke strategie heeft zijn eigen voor- en nadelen en is geschikt voor verschillende situaties.

  10. De Waardeketen/Value Chain (Porter) is een model dat gebruikt wordt om inzicht te krijgen in de verschillende activiteiten die een bedrijf uitvoert om waarde te creëren voor zijn klanten. De waardeketen bestaat uit twee soorten activiteiten: primaire activiteiten, die direct gericht zijn op het maken of verkopen van een product, en ondersteunende activiteiten, die indirect bijdragen aan het creëren van waarde voor de klanten. De primaire activiteiten zijn onderverdeeld in vijf categorieën: inkoop, productie, marketing, verkoop en service. De ondersteunende activiteiten zijn onderverdeeld in vier categorieën: infrastructuur, menskracht, technologie en aankoop. Door de waardeketen te analyseren kan een bedrijf inzicht krijgen in welke activiteiten het moet uitvoeren om waarde te creëren voor zijn klanten en hoe het deze activiteiten het beste kan uitvoeren.

  11. De SFA matrix (Strategische marketing optiekeuze) is een model dat gebruikt wordt om te bepalen welke marketingstrategieën het meest geschikt zijn voor een bedrijf. Het model maakt gebruik van twee assen: de marktgroei en het marktaandeel van het bedrijf. Op basis hiervan kan het bedrijf kiezen uit vier strategieën: (1) marktleider, (2) uitdager, (3) volger of (4) nichtspeler. Elke strategie heeft zijn eigen voor- en nadelen en is geschikt voor verschillende situaties.

  12. De SWOT-Analyse, Confrontatiematrix, en Centraal Probleem zijn hulpmiddelen die gebruikt worden om de huidige situatie van een bedrijf te analyseren en om te bepalen wat de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van het bedrijf zijn. De SWOT-Analyse is een techniek om deze factoren in kaart te brengen, terwijl de Confrontatiematrix kan helpen om de opties van het bedrijf te beoordelen op basis van de SWOT-Analyse. De centrale problemen zijn de belangrijkste uitdagingen waar het bedrijf mee te maken heeft en die opgelost moeten worden om succesvol te kunnen zijn.

  13. Het SERVQUAL of GAP-model is een model dat gebruikt wordt om de kwaliteit van dienstverlening te meten. Het model stelt dat er vijf gaten zijn die van invloed zijn op de kwaliteit van dienstverlening: (1) het gat tussen de verwachtingen van de klant en de prestaties die het bedrijf levert, (2) het gat tussen de standaarden die het bedrijf hanteert en de prestaties die het levert, (3) het gat tussen de communicatie van het bedrijf en de klant, (4) het gat tussen de beleidsvoornemens van het bedrijf en de prestaties die het levert en (5) het gat tussen de medewerkers van het bedrijf en de klant. Door deze gaten te analyseren kan een bedrijf de kwaliteit van zijn dienstverlening verbeteren.

  14. Waardestrategieën (Treacy & Wiersema) zijn methoden om de waarde die een bedrijf aan zijn klanten biedt te verhogen. Er zijn drie waardestrategieën die door Treacy & Wiersema worden beschreven: (1) kostenleiderschap, (2) productleiderschap en (3) relatieleiderschap. Elke waardestrategie richt zich op een specifieke manier om waarde te creëren voor de klanten van het bedrijf. Bij kostenleiderschap richt het bedrijf zich op het minimaliseren van de kosten om zo de laagste prijzen op de markt aan te bieden. Bij productleiderschap richt het bedrijf zich op het ontwikkelen van unieke en hoogwaardige producten of diensten om zo een premium prijs te kunnen vragen. Bij relatieleiderschap richt het bedrijf zich op het opbouwen van stevige en langdurige relaties met zijn klanten door uitstekende dienstverlening te bieden.


Bronnen:
  • Abell, D. (1980). Defining the business: The starting point of strategic planning. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.
  • Ansoff, H. I. (1988). Corporate strategy (2nd ed.). New York: McGraw-Hill.
  • BCG (Boston Consultancy Group). (1970). The product portfolio. Harvard Business Review, 48(5), 137-146.
  • McKinsey & Company. (n.d.). The 7S framework. Retrieved from https://www.mckinsey.com/business-functions/organization/our-insights/the-7s-framework
  • Porter, M. E. (1980). Competitive strategy: Techniques for analyzing industries and competitors. New York: Free Press.
  • Porter, M. E. (1985). Competitive advantage: Creating and sustaining superior performance. New York: Free Press.
  • Treacy, M., & Wiersema, F. (1995). The discipline of market leaders: Choose your customers, narrow your focus, dominate your market. Reading, MA: Addison-Wesley.
  • Blue Ocean Strategy Institute. (n.d.). The Blue Ocean Strategy framework. Retrieved from https://www.blueoceanstrategy.com/the-blue-ocean-strategy-framework/
  • Porter, M. E. (1985). The value chain: Adding value to the organization. Harvard Business Review, 63(1), 73-78.
  • Marketing Teacher. (n.d.). SFA matrix. Retrieved from https://www.marketingteacher.com/sfa-matrix/
  • Paraskevas, A. (2018). SWOT analysis: A critical review. Tourism Management, 62, 330-342.
  • Zeithaml, V. A., Berry, L. L., & Paraskevas, A. (2018). The GAP model of service quality. In Handbook of service marketing research (pp. 39-54). Springer, Cham.
  • Treacy, M., & Wiersema, F. (1995). Value disciplines: The three ways to win in business. Harvard Business Review, 73(1), 67-76.

Zie ook: